vrijdag 20 januari 2012

De beschermengel van Leo Messi




Ik ga het meteen toegeven: ik ben een FC Barcelona-fan. Al zo lang als ik me kan herinneren. In goede tijden, zoals nu. Maar ook in slechte tijden. Ook al werd de club vertegenwoordigd door 11 Nederlanders, de magie van het blaugrana shirt verdween nooit. Daartegenover staat dus dat Real Madrid nooit op enige sympathie van me heeft kunnen rekenen. De logica zelve. Maar voorheen kon ik hun sportieve prestaties wel appreciëren. Toen Ronaldo da Lima die andere liefde van me, Manchester United, op zijn eentje uit de Champions League knikkerde met een hattrick op Old Trafford, deden we ons hoedje af. Díe goal van Zidane in de Champions League-finale tegen Leverkusen probeerden we jarenlang zelf op het trainingsveld. En Raúl... hoe kan iemand in godsnaam iets tegen Raúl hebben? Op zovele vlakken een rolmodel.

José de tovenaar
Maar sinds Mourinho overgenomen heeft op Bernabeu is er toch iets veranderd. Zowat elke voetballer die een beetje talent vertoont, proberen ze in te lijven. Özil, Di Maria, Benzema, Cristiano Ronaldo, Kaka, Sahin, Canales, Pedro Leon, Coentrao, Varane, … Genoeg om de Belgische begroting te dichten. En wonder boven wonder, het lijkt nog resultaten op te leveren ook. Het genie van Mourinho kent waarlijk zijn gelijke niet. In de Spaanse competitie wordt zowat elke tegenstander met een pandoering om de oren wandelen gestuurd. Real telt halverwege de competitie vijf punten voorsprong op de Catalaanse aartsvijand. En toch... De Supercopa verloren tegen Barça, in de competitie hun thuismatch verloren tegen Barça, nu ook de heenmatch in de Copa del Rey in eigen huis verloren tegen Barça... Frustraties zijn begrijpelijk. Maar waarom toont Real zich telkens van zijn allerslechtste kant in die wedstrijden? Waarom draait elke Clásico de laatste jaren uit op een festival van zware overtredingen en rode kaarten? Begrijp me niet verkeerd, ik ben de eerste om toe te geven dat ook Barcelona hierin meespeelt. Qua theater kennen jongens als Busquets en Dani Alves, hoe begenadigd ze ook zijn als voetballer, hun gelijke niet.

Pepe
Maar – laten we een kat een kat noemen – de meest opvallende figuur in zowat elke Clásico is Pepe, een Portugese verdediger die tegen Barça telkens uitgespeeld wordt in het middenveld door Mourinho. Niet omwille van zijn grote voetbaltalent, want er lopen bij de U12 van de Koninklijke jongens met meer technische bagage dan Pepe. Wel omwille van zijn ronduit vuile, agressieve spel in een wanhopige poging het Messi en Xavi zo moeilijk mogelijk te maken het spel te sturen. Resultaat: Real eindigt zowat elke Clásico met een man minder, waarop Mourinho telkens gans Madrid wil wijsmaken dat het de schuld van de man met het fluitje is. En het straffe is: hij lijkt daar nog in te slagen ook. Het grote Real Madrid stelt zich op als een klein provincieclubje telkens het tegen Barcelona uitkomt. We hakken erop los en als we bestraft worden, is het omdat de scheids tegen ons is. De schaamte en de trots van een club met de meeste Europacup I-overwinningen ver voorbij.

Messi
De knieën, enkels, zelfs vingers van Messi kregen het gisteren weer hard te verduren. Het mag een wonder heten dat de kleine Argentijn überhaupt in staat is 50 wedstrijden per jaar blessurevrij te spelen. Misschien zit hierboven toch ergens iemand die zich ontfermt over Leo. Iemand die het goede beschermt tegen het kwade. Want wat het zo mooi maakt, is dat Messi, na een voor zijn standaard erg middelmatige match, dan wel nog voor zichzelf de ruimte creëert, het overzicht en de technische kwaliteit heeft om de bal prachtig over de gehele Madrileense defensie te leggen en zo Abidal de 1-2 voor te schotelen. Als er een kerk was voor de beschermengel van de Gouden Bal, ik ging er een grote kaars branden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten