Ironisch eigenlijk. Als je buiten Camp Nou staat in Barcelona, lijkt dat stadion helemaal niet zo groot. Pas als je binnen gaat, merk je dat het veld onder de grond zit, middenin een reusachtige arena die plaats biedt aan meer dan 100.000 toeschouwers. Op dat lage veld spelen de groten der aarde. De gladiatoren van FC Barcelona. Xavi, de Spaanse generaal. Eto’o, de scoringsmachine uit Kameroen. Henry, het Franse genie. Puyol, de Catalaanse krijger. Maar tussen al dat groots fladdert één klein mannetje waarin meer voetbaltalent zit dan wij allen ons kunnen inbeelden. Lionel Messi bevindt zich op eenzame hoogten.
We dromen weg van lang heengegane jaren. Oude mensen worden melancholisch als ze vertellen over Pele, Garrincha, George Best en Di Stefano. Middelbare mensen worden lyrisch bij verhalen over Maradona, Cruyff, Zico en Van Basten. Toen had je magiërs, nu heb je dat o zo berekende voetbal waarin professoren en tactici op voorhand vakkundig elke looplijn uitdokteren en waarin het fysieke het steeds meer wint van de techniek… tot er één helder licht gaat schijnen aan de horizon van Camp Nou. Het kleine jongetje uit Rosario, Argentinië breekt met alle 21e-eeuwse voetbalwetten. Hij is voetbals hoop in bange dagen. Lionel “Leo” Messi toont bij elk weergaloos doelpunt zo’n brede glimlach dat je bijna gaat denken dat hij net in de tuin het buurjongetje gepoort heeft, wachtend tot moeder hem binnenroept om zijn huiswerk te maken.
Messi is een kunstenaar op gras. Een uniek exemplaar in zijn soort. Overstapjes doen, jongleren met de bal, vrije trappen binnenkrullen, dat is mooi, soms zelfs zeer mooi, maar dat is geen kunst. Kunst is met één welgerichte schouderbeweging zonder dat de bal aangeraakt wordt een ervaren Spaanse verdediger compleet in de wind zetten. Kunst is bijna een exacte kopie scoren van het wonderdoelpunt dat zijn Argentijnse voorganger Diego Maradona op het WK ’86 scoorde tegen Engeland. Kunst is dan terloops nog even zijn ‘hand-van-God’ doelpunt imiteren ook. Kunst is diezelfde Maradona zien opspringen van geluk als kleine Leo weer eens een prachtdoelpunt scoort voor Argentinië. Kunst is de glimlach op Messi’s gezicht als hij zich weer eens voorbij vijf wanhopige verdedigers slingert en zijn fenomenale actie na een hemels een-tweetje met een collega-kunstenaar kan afronden met een doelpunt.
De enige manier om deze virtuoos af te stoppen is door overtredingen te maken. Spelers lijken er soms de opdracht te krijgen hem van het veld te schoppen. Verbannen die handel! Messi heeft daar zo zijn eigen antwoord op. Fouten horen nu eenmaal bij het spel, aldus Leo. Neem nu de wedstrijd tegen de eeuwige aartsrivaal Real Madrid in Camp Nou. Messi incasseert enkele doodschoppen in het begin van de partij, overleeft, recupereert en deelt laat in de match het genadeschot uit, 2-0, game over. Op de camera zien we kleine Lionel een hemelsbrede glimlach opzetten en zien we het kinderlijke geluk van zijn gezicht afstralen. Het plezier in het voetbal. Jonge spelertjes waar ook ter wereld zijn dan al in de tuin gerend om zijn bewegingen na te bootsen, huiswerk is een zorg voor later. Zolang we Messi hebben, is de toekomst van het voetbal verzekerd.